Het Statencollege
(Westfries Museum)
werd in 1632 gebouwd voor de Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het
Noorderkwartier
Het Statencollege verrees op de plek van één van de eerste stenen
huizen van Hoorn, het Proostenhuis uit de 15e eeuw,
de zetel van de afgevaardigde van de bisschop
van Utrecht. De
laatmiddeleeuwse gewelfkelder is één van de weinige overblijfselen
van dit pand.
Sinds
1881 Westfries Museum.
Statencollege
Navigatie instellen
Roode Steen 1
1621 CVHoorn
In dit bestuursorgaan waren zeven steden vertegenwoordigd.
De wapens daarvan
zijn terug te vinden op de getrapte gevel en in de vergaderzaal, de huidige
schutterijzaal.
Nadat Hoorn voor Willem van Oranje koos, namen de
Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het
Noorderkwartier in 1596 het gebouw in gebruik als
vergaderplaats.
Dit college kreeg beslag, omdat de regio was afgesloten
van de rest van het opstandige Nederland.
Amsterdam en Haarlem waren namelijk nog aan Spaanse
zijde.
Het nieuwe gebouw kreeg een kostbare natuurstenen
(Arduinsteen) voorgevel. Centraal in de gevel ziet u het
wapen van de Gecommitteerde Raden, bovenin dat van
stadhouder Frederik Hendrik.
Westfries Museum
Statencollege
Het museum leidt u binnen in de belangrijkste
episode uit de geschiedenis van
West-Friesland.
Op de top van de gevel ziet u zeven leeuwen met de
wapens van de steden die vertegenwoordigd waren in het
college.
Tijdens een restauratie in 1908-1911 verving hardsteen
het originele natuursteen.